De hectiek van Europoort laat ik ver achter mij. Links zie ik het Brielse Meer rechts het Oostvoornse Meer. Dan rijd ik Oostvoorne door. Even buiten het dorp een lommerrijke buurt met vrijstaande huizen. Grote tuinen tegen een bosrand. Het huis van Dick en Anka Zwennis herken ik direct aan de zwarte gepotdekselde houten gevels en rieten kap. De bewoners en architect Jan Robijn vertellen.
De dubbele voordeur gaat uitnodigend open. Ik word verwacht. Jan Robijn, de architect van Z-wonen, is ook aanwezig. Hij is de ontwerper van het huis. We zitten aan een grote grijze tafel. Dick en Anka vullen elkaar aan tijdens het gesprek. Jan vertelt levendig over hoe het ontwerp is ontstaan.
Dick: “We woonden in een vrijstaand huis in Rockanje. Ook ontworpen door Jan Robijn.
We hadden het plan om naar het buitenland te verhuizen. Ons huis hebben we toen verkocht. Eigenlijk ging het allemaal te snel, want het buitenland ging niet door.”
Anka: “Toen moesten we iets anders, maar we wisten nog niet wat we wilden. We konden
tijdelijk een huis huren. Dat was een huis aan de overzijde van dit pand.”
Dick: “Zo hebben we deze plek ontdekt. De bungalow uit de jaren-vijftig, die hier stond, was te koop. Die zouden we kunnen slopen was ons idee. De kavel met bungalow hebben via een makelaar kunnen kopen. Een mooie kavel van zo’n 1100 m2.”
Anka: “We wilden eerst een ‘notariswoning’ laten bouwen. Maar later hebben we dat plan laten varen. Toen hebben we Jan Robijn gevraagd om op basis van onze ideeën een ontwerp te maken”
Wat waren die ideeën?
Jan Robijn: “Dick en Anka wilden een huis met zwarte gepotdekselde houten gevels en een rieten kap. Dat vond ik als architect een mooie uitdaging want in die stijl had ik altijd al graag willen ontwerpen. Bouwen met natuurlijke basis-
materialen die vroeger bij huizen werden toegepast. De vraag was natuurlijk, past zo’n huis ook in deze omgeving. Als je naar de omgeving kijkt zie je ook een bosrand met hoge bomen. De stijl van het huis past uitstekend in een natuurlijke omgeving. Het is juist een fantastische combinatie.”
Wat waren, buiten de bouwstijl, jullie eisen?
Dick: “Het huis moest niet te groot zijn, maar wel met ruime leefruimtes. In ons vorige huis hadden we een aparte woonkamer, eetkamer, keuken en werkkamer.”
Anka: “Dat wilden we niet meer, want we zaten eigenlijk nooit in de woonkamer, maar altijd in de woonkeuken. In dit huis is de begane grond één grote ruimte waarin keuken, werkplek, woonkamer, eetkamer geschakeld zijn. Dat geeft ook een geweldig ruimtelijk effect.”
Dick: “Op de eerste verdieping zijn drie slaapkamers. Eén voor ons met een aangrenzende badkamer en twee kamers voor onze kinderen. Zij hebben een eigen badkamer. Op de bovenverdieping is nog een logeerkamer.”
Anka: “In ons vorige huis hadden we een licht interieur, witte wanden en witte kozijnen. Hier wilden we warme tinten. Dat hebben we in alle ruimtes doorgevoerd. Het kleurenpallet komt zelfs terug in de schilderijen aan de wand. Voor de vloer op de begane grond hebben we gekozen voor een groot formaat tegel met een natuurlijke hardstenen uitstraling. De binnendeuren en kozijnen zijn antraciet geschilderd.”
Het ontwerp heeft een beetje de sfeer van een landhuis uit de ‘jaren-dertig’.
Klopt dat?
Jan:” Het ontwerp is duidelijk met een ‘knipoog’ naar de bouwstijl uit die tijd. Dat geldt voornamelijk voor de horizontale roede-indeling van de ramen. Het horizontale effect wordt nog eens benadrukt door de gepotdekselde houten planken. De entreepartij heeft juist een verticale werking. Voor de dubbele voordeur heb ik bewust voor een zwaar raamrooster van gietijzer gekozen. Je zou dit misschien voor zo’n huis niet zo gauw verwachten. Ik vind het een eigenzinnig element als contrast met de ‘eenvoud’.”
Tevreden met het resultaat?
Dick en Anka kijken elkaar geheimzinnig lachend aan.
Dick: “Dat zijn we zeker .
”Maar we zijn qua huizen nogal wispelturig. Dit is ons derde huis binnen tien jaar dat we lieten bouwen. Nu wonen we hier zo’n twee jaar. Het begint langzamerhand bij ons weer te kriebelen”.
Anka: “We vinden het een heerlijk huis, maar we hebben alweer nieuwe ideeën.
Bouwplannen maken vinden we zo leuk en spannend. Dat kunnen we eigenlijk niet laten.
Jan, op lachende toon: “Als jullie zover zijn dan maak ik graag een mooi ontwerp”.
Met deze woorden verlaat ik het drietal. Misschien, heel misschien bezoek ik hen over een aantal jaren wéér. In hun nieuwe huis.